Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zond [14]Jerubbaal, en [15]Bedan, en Jeftha, en Samuel, en Hij rukte u uit de hand uwer vijanden rondom, alzo dat gij zeker woondet. 14. Dat is, Gideon, waarom hij Jerubbaal is genoemd geworden, zie Richt.6:32. 15. Anders, Jair genoemd, zoals enigen menen, een Gileadiet; Richt.10:3. Het kan wel zijn, dat de richter Jair ook Bedan is genoemd geweest, om hem te onderscheiden van een anderen Jair, die ten tijde van Mozes geleefd heeft, waarvan te lezen is Num.32:41. Te meer omdat 1 Kron.7:17 gemeld wordt een Bedan onder de kinderen van Machir, Gileads vader. Anderen nemen Bedan voor Simson, omdat hij uit den stam Dan was; anderen voor Abdon, omdat de namen schijnen overeen te komen; Richt.12:13.